Bezinning

November 2008 - Allerheiligen en Allerzielen

In de liturgie van Allerheiligen en Allerzielen gedenken wij allen die ons in geloof zijn voorgegaan op hun weg naar God.
Abraham en Sara, kinderloos, maar hopeloos gelovig.
Mozes die zijn volk voorging in de woestijn, veertig jaar lang en Miriam die de tamboerijn pakte en speelde en danste om de bevrijding uit Egypte.
Elia die als enige trouw bleef aan de God van het verbond en aan wie God in de stilte voorbijging.
Wij gedenken Maria, de moeder van Jezus.
Maria Magdalena die getuigde van de verrijzenis.
Perpetua en Felicitas, twee martelaressen uit de oerkerk.
Teresa van Avila en Theresia van Lisieux.
Edith Stein en Titus Brandsma, twee martelaren uit de nazitijd.

Wij gedenken ook hen die dit jaar uit ons midden zijn heengegaan. Wij gedenken al die mensen van wie wij gehouden hebben en die vaak zonder afscheid te nemen, uit ons leven zijn weggenomen. Wij gedenken de mensen die het slachtoffer zijn van terreur-aanslagen in Afrika, in Irak, Iran en Israël, in Afganistan. De mensen die overal ter wereld gemarteld en doodgeschoten worden op de vlucht uit hun vaderland. De kinderen die in het afgelopen jaar zijn omgekomen van de honger, de vele slachtoffers in het verkeer. Allen die veel te jong gestorven zijn aan een dodelijke ziekte.

Op het feest van Allerheiligen en Allerzielen gedenken wij hun leven, hun vriendschap en trouw, hun inzet voor een betere wereld. Wij bidden, dat zij opgenomen mogen worden in die lange rij van getuigen, van mensen die wij ‘heiligen’ noemen en tot wie wij zingen: ‘Wees onze voorspraak’.

 

Gij die ons zoekt
nog voor wij om U roepen:
wees ons genadig
draag ons
sterk ons
maak ons
tot een willig werktuig in uw hand.